Hoe betrouwbaar waren de peilingen

In de periode voor de Tweede Kamerverkiezingen van 12 september 2012 waren er maar liefst vier peilers actief: Maurice de Hond (Peil.nl), Ipsos Synovate (Politieke Barometer), TNS NIPO en GfK Intomart (De Stemming).

Bovendien was er nog de Peilwijzer van Tom Louwerse (Universiteit Leiden) die een soort gemiddelde was van de andere vier peilingen.

Eén dag voor de verkiezingen kwamen al die peilers nog met een prognoses voor de uitslag. Die prognoses bleken er behoorlijk naast te zitten. De verschillen waren zelfs groter dan bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010.

De tabel hieronder bevat de prognoses op 11 september en de werkelijke uitslag:

 Peil.nlPol.Bar.TNS NIPOStemmingPeilwijzUitslag
VVD363735353641
PvdA363634343638
PVV181717171815
CDA121312121213
SP202121222015
D66111013111112
GL444444
CU556755
SGP322333
PvdD332232
50+224322

De totale afwijking in zetels bij Peil.nl bedraagt 18 zetels. Dat is dezelfde afwijking als in 2010 en twee zetels meer dan in 2006. Bij de Politieke Barometer is de afwijking ook 18 zetels, Die afwijking is ook even groot als in 2010. Het verschil bij TNS NIPO en GfK Intomart was maar liefst 24 zetels. De Peilwijzer had een afwijking van in totaal 18 zetels.

De peilers zaten er behoorlijk naast bij partijen als de VVD, de PvdA en de SP. De verschillen lopen op tot 7 zetels per partij. Dit betreft de partijen die in de aanloop naar de verkiezingen behoorlijk in beweging waren.

Bij het zoeken naar een oorzaak van deze grote verschillen is een aantal zaken van belang. In de eerste plaats werken niet alle peiler met nette, aselecte steekproeven. Ze maken gebruik van zelfselectie. Deelnemers moeten zich zelf aanmelden. Dit leidt tot een selectieve steekproef. Er zitten vooral mensen in die het leuk vinden om aan dit soort peilingen mee te doen en die belangstelling hebben voor politiek.

In de tweede plaats moet altijd worden beseft dat het vragen van een mening van iemand niet hetzelfde is als stemmen in een stembureau. Bovendien zijn er veel mensen die helemaal geen duidelijke mening hebben, waardoor hun antwoord in een peiling niet hard is.

En in de derde plaats was er nog het grote aantal twijfelaars. Die hebben pas vlak voor de verkiezingen hun mening bepaalt. Die mensen zijn niet meegenomen in de peilingen.