Ruis in de steekproef, of is er echt iets aan de hand?

Opiniepeilingen zijn vrijwel altijd gebaseerd op een steekproef uit de bevolking. Die steekproef bestaat meestal uit een paar duizend personen.

Daarmee worden uitspraken gedaan over de hele bevolking. Dat kan, maar dan moet wel een onzekerheidsmarge in acht worden genomen. Zelfs als de steekproef helemaal getrokken is zoals het hoort (door loten), dan is er een onzekerheidsmarge. Met mooie van een dergelijke kanssteekproef is dat je die marge kunt uitrekenen.

stemming

Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 12 september 2012 zaten de prognoses van de opiniepeilers er soms flink naast. Het verschil was zelfs 7 zetels bij de voorspelling van De Stemming voor de SP. Vier keer was het verschil 6 zetels en twee keer was het verschil 5 zetels. Die afwijkingen lijken behoorlijk groot.

De vraag is nu of deze afwijkingen veroorzaakt kunnen worden door de ‘ruis’ van de steekproef, of dat er meer aan de hand is. Hebben de peilingen een systematische afwijking? Een statistische toets kan ons meer inzicht bieden. In bijgevoegd document is een voorbeeld van toetsingsprocedure uitgewerkt.

Toets voor peiling