Actieve PvdA’ers zien Asscher als ideale leider. Of toch niet?

Meer PvdA’ers zien in Lodewijk Asscher hun ideale partijleider dan in de huidige voorman Diederik Samsom. Dat blijkt uit een enquête onder lokale en regionale PvdA-politici die NRC Weekend heeft gehouden in samenwerking met onderzoeksbureau Overheid in Nederland. Hoewel de respons van de enquête maar 33,8% bedroeg, concludeert het NRC toch dat de uitkomsten representatief zijn. Een wonder?

samsom-ascher

De enquête van de NRC was uitgezet onder 1058 bestuurders van de PvdA (gedeputeerden, statenleden, wethouders en raadsleden). 358 bestuurders vulden de vragenlijst in. Op grond hiervan komt de NRC tot de volgende merkwaardige conclusie:

De enquête kreeg een respons van bijna eenderde van de ondervraagden. De resultaten zijn hierdoor als representatief te beschouwen.

De eerste zin ziet er een beetje gek uit. Je zou zeggen dat iedereen die wordt ondervraagd, per definitie een respondent is. En zij die weigeren mee te doen (de non-respondenten), worden natuurlijk niet ondervraagd.
Ernstiger is de claim dat het onderzoek representatief was omdat een derde van de personen in de steekproef respondeerde. Dit is echt klinkklare onzin.

Non-respons is een verschijnsel dat de representativiteit van peilingen aantast. De aantasting is meestal ernstiger naarmate de respons lager is. En een respons van 33,8% is echt laag. Je moet dan echt vrezen dat de verkeerde conclusies zijn getrokken uit de enquête.

Wat je moet doen als je last hebt van non-respons in een peiling, is onderzoeken of de respons inderdaad selectief is. In het onderzoeksrapport is daarvan wel wat terug te vinden. Zo is er onderzocht of de respons representatief is met betrekking tot de variabelen geslacht, provincie, functie en gemeentegrootte. Dat is het geval voor de eerste drie variabelen, maar zeker niet voor gemeentegrootte. Kleine gemeenten zijn oververtegenwoordigd en grote steden zijn zwaar ondervertegenwoordigd.

Daarbij moet je bedenken dat het alleen maar zinvol is om de selectiviteit te onderzoeken met betrekking tot variabelen die nauw samenhangen met de onderzoeksvariabelen (zoals de mening over Asscher en/of Samsom). Dan ook kun je die selectiviteit corrigeren door het uitvoeren van een weegprocecdure.

De analyse van de non-respons in de enquête van de NRC is onvoldoende om inzicht te krijgen in een mogelijke vertekening. En er is al helemaal geen weging uitgevoerd om voor de mogelijke akelige effecten te corrigeren. Al met al moet je concluderen dat de uitkomsten van de enquête behoorlijk rammelen. En de uitspraak dat een onderzoek representatief is omdat 1 op de 3 heeft meegedaan, raakt kant nog wal.