Oh, oh, dat cirkeldiagram

Er zijn allerlei manieren om de uitkomsten van opiniepeilingen grafisch weer te geven. Heel vaak zie je cirkeldiagrammen en staafdiagrammen langskomen. Vooral cirkeldiagrammen (taartdiagrammen) zijn populair. Helaas, want de interpretatie van cirkeldiagrammen is vaak lastiger dan die van staafdiagrammen. Een mooi voorbeeld hiervan was te vinden in de Political Monitor van October 2017 van de Britse peiler Ipsos MORI.

Die Political Monitor meet hoe tevreden of ontevreden de Britten zijn met hun politieke leiders. In de grafiek hieronder staan de meningen over Theresa May (Conservatieven), Jeremy Corbyn (Labour) en Vince Cable (Liberal Democrats). Ook is de mening gevraagd over hele regering. De gegevens zijn verzameld in de periode van 27 oktober tot 1 november 2017.

Voor elke leider is een cirkeldiagram getekend. Elk cirkeldiagram is verdeeld in drie sectoren. Het is niet meteen duidelijk wat die sectoren voorstellen. Kennelijk moet je daarvoor bij de blokken onderaan zijn. Er vanuit gaand dat de kleuren in de blokken corresponderen met de kleuren in de cirkels, staat de donkerste tint voor ”tevreden” en de middelste tint voor “ontevreden”. Wat de lichtste tint voorstelt, blijft in nevelen gehuld. Wellicht zoiets als “weet niet” of “geen mening”.

Het is moeilijk om sectoren uit verschillende cirkeldiagrammen met elkaar te vergelijken. Zelfs binnen een cirkeldiagram is het lastig. Als de percentages er niet bijstonden, zou het zelfs bijna onmogelijk zijn.

Het kleurgebruik is ook niet volgens de regels. Het is erg onlogisch dat voor de drie categorieën aflopende tinten van één kleur zijn gebruikt. Aangezien de eerste categorie (tevreden) het tegengestelde is van de tweede categorie, zou het beter zijn geweest om twee contrasterende kleuren te gebruiken. Je kunt aflopende tinten van dezelfde kleur beter gebruiken voor variabelen met oplopende of aflopende waarden.

Het is beter om dit soort gegevens weer te geven met een staafdiagram. Hieronder staan twee verschillende variaties van het staafdiagram. De eerste variatie is het samengesteld staafdiagram. Voor elke categorie van de ene variabele (partijleider) is een staafdiagram getekend van de andere variabele (tevredenheid). Alle informatie staat nu keurig bij elkaar. De legenda geeft duidelijk aan wat de verschillende kleuren voorstellen.

De grafiek is heel duidelijk afleesbaar. Zo is bijna 60% ontevreden over de regering. En ook meer dan de helft van de ondervraagden (53%) is ontevreden over Theresa May. Jeremy Corbyn heeft de hoogste score bij tevredenheid. 45% is tevreden over hem. Het valt ook op dat heel veel respondenten (42%) niet tevreden en niet ontevreden zijn over Vince Cable, de leider van de Liberal Democrats. Ze weten het niet. Misschien komt dat omdat hij pas onlangs tot de leider van deze partij is gekomen.

Een ander variatie van het staafdiagram krijg je door de staven van de staafdiagrammen niet naast elkaar te tekenen, maar op elkaar te stapelen. Zo krijg je een stapeldiagram. Je krijgt dan een grafiek zoals die hieronder. Ook in deze grafiek kun je zien dat veel respondenten ontevreden zijn over de regering. En ook hier ie te zien dat veel personen het niet weten met Vince Cable. De categorie “ontevreden” is hier wat lastiger te vergelijken voor de verschillende partijleiders. Dat komt omdat die staven verschoven zijn ten opzichte van elkaar.

Waarom dan toch cirkeldiagrammen? Misschien vinden grafische vormgevers dat ze er leuker uitzien. Maar het gaat om de functionaliteit. Brengt de grafiek de boodschap over die in de gegevens verborgen zit? Daarom moet de voorkeur uitgaan naar het staafdiagram.