Is DENK de grootste partij op de Hogeschool Rotterdam?
De verkiezingen komen eraan. En dus volgen de peilingen elkaar in hoog tempo op. Zo werd ook een peiling georganiseerd bij de Hogeschool Rotterdam. De opvallende uitkomst van die peiling was dat DENK de grootste partij was. Dat zou misschien wel kunnen omdat er veel mensen met een migratieachtergrond in Rotterdam wonen, maar toch vraag je je bij deze uitkomsten af of de peiling wel goed in elkaar zat. Tijd voor een nadere analyse dus.

De peiling van de Hogeschool Rotterdam was opgezet door Profielen, het onafhankelijke nieuwsmedium van deze hogeschool. Op dinsdag 10 januari gingen vijf redacteuren met papieren vragenlijsten naar verschillende locaties van de Hogeschool Rotterdam om studenten te vragen mee te doen aan een peiling over de Tweede Kamerverkiezingen. Ze kwamen terug met 344 ingevulde vragenlijsten. Dat is niet een hoge respons.
De grafiek hieronder toont de uitslag van de peiling zoals die door Profielen werd gepresenteerd. Het is een opvallende uitslag als je hem vergelijkt met de uitslagen van de landelijke peilingen. DENK is de grootste partij in deze peiling met 10% van de stemmen. Op enige afstand volgen de PVV en D66, elk met 6%. De VVD en GroenLinks krijgen 5%. Alle overige partijen moeten het doen met minder dan 5%. Wat opvalt is het hoge percentage zwevers. 42% van de studenten zegt het nog niet te weten.

Het is de vraag of deze uitslag representatief is voor alle studenten van de Hogeschool Rotterdam. Vormen de 344 respondenten een goede afspiegeling van alle studenten?
Je moet dan eerste plaats constateren dat er geen aselecte steekproef is getrokken uit de studenten. Vijf redacteuren zijn naar de verschillende locaties van de hogeschool gegaan, spraken daar studenten aan, en vroegen hen de vragenlijst in te vullen. Zo krijg je helaas geen aselecte steekproef.
Een twee aspect is de non-respons. Als je studenten vraagt een vragenlijst in te vullen, zal niet iedereen dat willen. En misschien hebben de weigeraars wel een ander stemgedrag dan de respondenten. Het verslag van de peiling meldt niets over de non-respons, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat die er niet is. En hoe zit het eigenlijk met groepen studenten die, om bepaalde redenen, op die dag niet op school waren?
Als de representativiteit van een peiling is aangetast, kun je altijd proberen die te repareren door een weging uit te voeren. Dat lijkt hier helaas niet gebeurd te zijn.
En zelfs al was de peiling perfect, dan nog hadden de onderzoekers niet de conclusie kunnen trekken dat DENK de grootste partij was. Al die voorspellingen hebben immers onzekerheidsmarges. En omdat de steekproef klein was, zijn de marges groot. In de grafiek hieronder zijn de voorspellingen samen met hun onzekerheidsmarges weergegeven. Die marges overlappen elkaar. Daarom kun je niet concluderen dat de DENK de grootste partij is in de groep van alle studenten. Dus voorzichtigheid is geboden met het trekken van conclusies.

En dan valt er ook nog wel wat te zeggen over de grafieken. Ze zien er fleurig en aantrekkelijk uit, maar zijn ze ook functioneel? Dat is de eerste grafiek met de vijf potloden zeker niet. De lengtes van de potloden weerspiegelen immers niet de stemmenpercentages. In de tweede grafiek met de voorspellingen van alle partijen wordt wel heel raar omgesprongen met de categorie ‘Ik zweef nog’. Er zitten kronkels in het potlood waardoor het lastig wordt de omvang van deze categorie goed in te schatten en te vergelijken met de andere categorieën. Door het potlood recht te tekenen, had je een eerlijker beeld gekregen van de omvang van de groep ‘zwevers’.
Concluderend kun je zeggen dat de peiling van de Hogeschool Rotterdam rammelt. Je zou denken dat een peiling als deze beter moeten kunnen op een opleidingsinstituut als deze hogeschool.