De Duitse peilers deden het maar matig

Op 24 september 2017 waren er parlementsverkiezingen in Duitsland. De campagne voor die verkiezingen verliep aanvankelijk redelijk saai. Hat zag ernaar uit dat de CDU wel weer de verkiezingen zou gaan winnen. En de SPD zou wel weer de tweede partij worden. Tegen het einde van de campagne ontstond er wat meer opwinding toen de peilingen voorspelden dat de rechts-populistische AfD (Alternative für Deutschland) meer dan 5% van de stemmen zou krijgen, en dus zitting ging nemen in de Bondsdag. Klopten die voorspellingen? De meeste peilers deden het redelijk, maar er waren wel missers.

De tabel hieronder bevat de verkiezingsuitslag en de laatste prognoses. Het gaat om peilingen die in de laatste week zijn gedaan. Merk op dat het bij zes van de acht peilers gaat om telefonische peilingen. Er zijn slechts twee online peilingen. Zo op het oog lijken er geen grote verschillen tussen de peilingen zijn.

Hoe nauwkeurig waren de prognoses van de peilers? Dat kunnen we aflezen uit onderstaande grafiek. De lengtes van de staven van het staafdiagram geven de prognoses van de zes peilers voor de zes partijen weer. De harkjes duiden de onzekerheidsmarges aan.

Het eerste wat opvalt is dat de onzekerheidsmarges van de prognoses voor dezelfde partij elkaar overlappen. Daaruit kunnen we de conclusie trekken dat er geen systematische verschillen tussen de voorspellingen van de peilers zijn. Hun prognoses wijken niet significant van elkaar af.

De verticale rode lijnstukken geven de werkelijke verkiezingsuitslag weer. Bij drie partijen zijn er problemen: de CDU, de AfD en de FDP. Bij de CDU zijn vijf van de zes prognoses significant te hoog. Het CDU verloor meer dan deze peilers dachten. Bij de AfD en de FDP is het omgekeerde het geval: vijf van de zes prognoses zijn significant te laag. De AfD en de FDP wonnen meer dan de peilers dachten.

De prognoses voor de SPD en Die Linke waren redelijk goed. Vijf van de zes peilers kwamen met een correcte voorspelling.

In de grafiek staan in totaal 36 prognoses. Daarvan zaten 16 er significant naast. Dat is 44%. Bij de verkiezingen in Neerland op 15 maart was het percentage missers 29%. Op grond van deze percentages kunnen we concluderen dat de Nederlandse peilers het beter deden dan de Duitse. Er is geen simpele verklaring voor dit verschil. Wel is het opmerkelijk dat vier van de zes Duitse peilers telefonische peilingen doen, terwijl in Nederland alle peilers online peilingen doen.