De peilers deden het redelijk in Beieren

Er was veel belangstelling voor de verkiezingen in de Duitse deelstaat Beieren. Volgens de landelijke peilingen ging het niet goed met de twee regeringspartijen CDU/CSU en de SDP. Zou die neergang zich ook voordoen in Beieren? En zou de rechts-populistische AfD daarvan kunnen profiteren? De Groenen leken het juist heel goed te doen in Beieren en konden wel eens de tweede partij worden. En de snelle opkomst van de AfD leek tot stilstand gekomen. Maar kloppen die peilingen wel? Een kleine analyse.

De tabel hieronder toont de uitkomsten van de laatste peilingen. Dat zijn allemaal peilingen die in oktober zijn gehouden. De peilers publiceren maar erg weinig informatie over hun peilingen. Ze zijn daardoor niet erg transparant. Dat maakt een onderbouwde beoordeling van hun aanpak lastig.

De Forschungsgruppe deed een telefonische peiling. Ze maakten gebruik van Random Digit Dialing (RDD). Ze namen daarvoor bekende nummers en vervingen de laatste drie cijfers door drie willekeurige andere cijfers. Ze deden dat voor zowel vaste als mobiele nummers. Ze melden niets over non-respons en een eventuele weging.

Infratest dimap deed ook een telefonische peiling. Zij maakten eveneens gebruik van RDD. Ze vervingen het laatste cijfer door een aselect ander cijfer. Ook zij gaven geen informatie over non-respons en weging.

Civey deed een online peiling. De informatie van Civey is erg summier maar het lijkt erop dat dit onderzoeksbureau gebruik maakt van een online panel. Iedereen kan zich spontaan aanmelden bij dit panel. Mij lukte dit ook, al woon ik niet in Beieren. Er is dus sprake van zelfselectie. De steekproef wordt uit dit panel getrokken. De uitkomsten worden gewogen om de representativiteit te verbeteren. De steekproef van Civey was behoorlijk groot: 5063 personen.

INSA deed een mixed-mode steekproef. Een steekproef van telefoonnummers werd gecombineerd met een online steekproef. Volgens INSA worden zo de voordelen van beide type steekproeven gecombineerd en de nadelen weggemiddeld.

Uit een eerste blik op onderstaande de tabel kunnen we afleiden dat de percentages per partij vaak dicht bij elkaar in de buurt liggen. Alleen bij de AfD zijn de verschillen groter. Tussen de laagste en hoogste prognose zitten 4 procentpunten.

Als we verkiezingsuitslag vergelijken met de peilingen dan kunnen we zeggen dat de prognoses in grote lijnen juist waren: grote verliezen van de CSU en SPD en grote winst voor de Groenen en de AfD.

In de grafiek hieronder zijn de prognose en de uitslag in meer detail weergegeven. De harkjes aan de uiteinden van de staven geven de onzekerheidsmarges van de peilingen weer. De rode lijnstukken zijn de verkiezingsuitslagen voor de partijen. Als een rood lijnstuk een harkje doorsnijdt, dan is er geen significant verschil tussen prognose en uitslag en is er dus sprake van een goede voorspelling. Snijdt een rood lijnstuk het bijhorende harkje niet, dan is er een significant verschil en moeten we concluderen dat de voorspelling niet goed was.

De prognoses voor de CSU zijn voor alle peilers significant te laag. Er werd zo rond de 33% voorspeld, maar de CSU kreeg uiteindelijk ruim 37% van de stemmen. Bij de SPD zaten twee van de vier peilers wat te hoog. Bij de FW zat één peiler er naast. Alle peilers hadden een correcte voorspelling voor de Groenen. Bij de FDP zat één peiler er een beetje naast. Bij Die Linke zaten twee partijen er een beetje naast. En bij de AfD hadden twee peilers een te hoge voorspelling. Bij deze partij waren er significante verschillen tussen de peilers.

Er is dus sprake van een gemengd beeld. Bij de CSU zaten de peilers er behoorlijk naast. Bij de overige partijen zaten de peilers behoorlijk in de buurt. Er zijn geen grote verschillen tussen de peilers onderling, al deden sommige het telefonisch en anderen online.