De Amerikaanse peilers deden het dit keer best goed

Op 6 november 2018 waren er tussentijdse verkiezingen in de Verenigde Staten. Ze worden de ‘midterms’ genoemd. Het zijn geen presidentsverkiezingen, maar een combinatie van veel andere verkiezingen. Het ging bijvoorbeeld om verkiezingen voor het Huis van Afgevaardigden (onze Tweede Kamer) en de Senaat (onze Eerste Kamer). Maar ook kon je nieuwe gouverneurs, sheriffs en schoolbesturen kiezen. Het een hele klus voor de peilers om goede voorspellingen te doen voor al die verkiezingen. Om toch een beeld te krijgen van de prestaties van de peilers, kijken we hier naar de verkiezingen voor het Congres.

Het Congres bestaat uit het Huis van Afgevaardigden (435 zetels) en de Senaat (100 zetels). Tijdens de tussentijdse verkiezingen gaat het om alle 435 leden van het Huis van Afgevaardigden en een derde van de leden van de Senaat.

Om een landelijk beeld te kunnen krijgen van de stand van zaken tijdens de campagne, vragen de peilers naar de ‘House Popular Vote’. Dat is de persoon of partij waarop iemand denkt te gaan stemmen. Het gaat hier dus om de landelijke partijvoorkeur. De tabel hieronder toont de partijvoorkeur in percentages voor de Democraten en Republikeinen (kolom 5 en 6). In kolom 7 staat het verschil in voorkeur (procentpunten). Voor bijna alle peilers is het verschil positief. Dit betekent dat ze voorspellen dat de Democraten meer stemmen krijgen dan de Republikeinen. De gegevens zijn afkomstig van de website www.realclearpolitics.com.

Er is één peiler die meer stemmen voor de Republikeinen voorspelt. Dat is Rasmussen. Deze peiler is een bijzonder geval. Zeven peilers in de tabel deden telefonische peilingen en slechts drie peilers deden online peilingen. De peiling van Rasmussen was een ‘robopoll’. Dat is een telefonische peiling waarbij geen interviewers worden ingezet. De computer genereert willekeurige telefoonnummers, belt automatisch, stelt de vragen en slaat de antwoorden op. Het interview verloopt helemaal automatisch. Interviewen is dus heel goedkoop. En je kunt heel makkelijk nieuwe pogingen doen als er non-respons optreedt. Probleem is dat het gebruik van robopolls verboden is voor mobiele telefoons. Een federale wet verbiedt dit. Dit kan de representativiteit van de peiling ernstig aantasten. Zie ook: Is het einde van de robopoll nabij?

Hoe goed hebben de peilers het gedaan? Daarvoor moet je de voorspellingen van de peilers vergelijken met de definitieve uitslag. Helaas was die uitslag op 9 november nog niet bekend. Daarom doen we het met een schatting van de New York Times. De schatting is gebaseerd op een exit poll. Exit polls zijn over het algemeen nauwkeuriger dan peilingen voorafgaand aan de verkiezingen. Zie bijvoorbeeld dit artikel in Mare, het Leids Universitair Weekblad. Volgens de New York Times hebben de Democraten 6,9 procentpunten meer gekregen dan de Republikeinen.

De grafiek hieronder toont de voorspellingen van de peilers en de werkelijke uitslag (de schatting van de New York Times). De dikke stippen geven de voorspellingen aan. De horizontale lijnstukken zijn de onzekerheidsmarges. De verticale paarse lijn is de werkelijke uitslag (volgens de New York Times). De telefonische peilingen zijn in het blauw getekend en de online peilingen in het rood.

De conclusie kan luiden dat de meeste peilers het goed hebben gedaan. De werkelijke uitslag ligt bij negen van de elf peilers binnen de onzekerheidsmarges. Er zijn twee peilers die buiten de boot vallen. CNN zit iets te hoog met zijn prognose en Rasmussen zit veel te laag. Al eerder hadden we uitgelegd dat Rasmussen een buitenbeentje is. Deze peiler maakt als enige gebruik van een robopoll. Dat was dus niet zo’n succes.

Negen van de elf peilers zaten dus vlakbij de werkelijke uitslag. Wat opvalt is dat het kennelijk niet uitmaakt of er telefonisch of online wordt gepeild. Hierbij wel de kanttekening dat we de echte uitslag nog niet hebben. Dus misschien moeten we over een tijdje deze analyse nog even herhalen.
Twee jaar geleden (in 2016), was er bij de presidentsverkiezingen nogal wat discussie over de kwaliteit van de peilingen. Die discussie zal er nu niet te komen. We blijven zitten met de vraag waarom het nu zoveel beter ging. Toch voer voor onderzoekers …