Deze Europese peiling geeft geen eerlijk beeld

Op 18 februari 2019 publiceerde het Europees Parlement de eerste peiling voor de verkiezingen voor het Europees Parlement op 23 mei 2019. Volgens het EP is deze peiling gebaseerd op een gemiddelde van de nationale peilingen in de lidstaten. Je vraagt je af of dit wel een goede prognose oplevert. Dat lijkt niet het geval te zijn.

De prognose voor de Europese verkiezingen is verkregen door de prognoses in 27 lidstaten met elkaar te combineren. In elk land is hiervoor het gemiddelde van nationale peilingen genomen (voor zover aanwezig). Als je naar de situatie in Nederland kijkt, dan blijkt dat er nog geen enkele nationale peiling voor de EU-verkiezingen is geweest.

Om het probleem van de ontbrekende peilingen op te lossen is in Nederland één peiling gebruikt. Die was niet gericht was op de EU-verkiezingen, maar op de verkiezingen voor de Tweede Kamer (TK). Dat was de peiling van de Politieke Barometer van 30 januari 2019.

Het is de vraag of je een TK-peiling kan gebruiken als EU-peiling. In de eerste plaats zou de vraagstelling anders kunnen zijn. In de tweede plaats hoeft de lijst van deelnemende partijen niet hetzelfde te zijn. Zo doen aan de Europese verkiezingen twee pan-Europese partijen mee: VOLT en
DiEM25.

Die partijen komen niet voor in de nationale peilingen. Ze ontbreken inderdaad in de Politieke Barometer. Dus je kunt niet aangeven dat je op die partijen denkt te gaan stemmen. Daarmee wordt een verkeerd beeld gecreëerd in de peiling. VOLT en DiEM25 worden ernstig benadeeld.

In de derde plaats is was op het moment van deze Europese peiling de registratie en kandidaatstelling in de lidstaten nog open. Dus er komen misschien nog wel partijen bij.
Zolang deze Europese peiling niet is gebaseerd op nationale peilingen voor de EU-verkiezingen, is hij nogal dubieus. Het is maar beter om voorlopig nog even geen aandacht te besteden aan deze peiling.