Een suggestieve grafiek uit de Eurobarometer
In april 2019 werden de uitkomsten van aflevering 91 van de Eurobarometer gepubliceerd. De Eurobarometer is een reeks van onderzoeken die al sinds 1974 in de lidstaten van de Europese Unie worden uitgevoerd. De Europese Commissie bepaalt wat er wordt gevraagd en wat er wordt gepubliceerd. Als onderzoeker heb je dus geen controle over de uitkomsten. Er zijn onderzoekers die vermoeden dat soms die uitkomsten een te positief beeld geven van de ontwikkelingen in de EU. Dat kun je je ook afvragen bij het cirkeldiagram hieronder.

Het cirkeldiagram is afkomstig uit het verslag van Spring Eurobarometer 2019 (Eurobarometer Survey 91.1 of the European Parliament). De grafiek toont hoeveel procent van de inwoners van de 27 lidstaten (dus zonder het VK) in de EU willen blijven (68%) of de EU willen verlaten (14%).
De sector voor ‘blijven’ zou dus 68 / 14 = 4,9 zo groot moeten dan de sector voor ‘verlaten’. Dat blijkt niet het geval te zijn in het crikeldiagram. Als je de oppervlaktes van beide sectoren opmeet dan blijkt de sector voor ‘blijven’ maar liefst. 10,6 keer zo groot te zijn als de sector voor ‘verlaten’. De ontwerper van deze grafiek heeft het verschil tussen ‘blijven’ en ‘verlaten’ behoorlijk opgeblazen. Daardoor lijkt de groep ‘blijvers’ veel groter dan hij in werkelijkheid is. Is de wens hier de vader van de gedachte? Het ziet er nogal dubieus uit.
Als je dan toch een cirkeldiagram in de publicatie moet komen, maak dan een net cirkeldiagram, zoals in de grafiek hieronder. Maar ook een ‘gewoon’ cirkeldiagram kan nog tekortkomingen hebben. Bij veel sectoren is het vaak lastig om ze onderling te vergelijken. Bij maximaal zes sectoren gaat dat nog wel, maar bij meer sectoren wordt het moeilijk.

In het cirkeldiagram is ook sprake van onjuist gebruik van kleuren. De grafiek bevat aflopende tinten van één kleur (groen). Daarbij is ook nog de intensiteit van het donkergroen van ‘Remain’ veel groter dan die van de andere kleuren. Zo wordt nog eens extra de nadruk gelegd op deze categorie.
Je moet op- of aflopende tinten van één kleur alleen gebruiken als er sprake is van een oplopende of aflopende schaal. Dat is hier niet het geval. Daarom moet je hier verschillende kleuren gebruiken. Om dat er sprake is van een tegenstelling tussen ‘Remain’ en ‘Leave’ zou je kunnen denken aan twee contrasterende kleren, zoals rood en blauw. Voor de neutrale categorie ‘Don’t know’ zou je dan aan grijs kunnen denken. In het cirkeldiagram hieronder zijn de nieuwe kleuren gebruikt.

Nog beter is het om helemaal geen cirkeldiagrammen te gebruiken. Je kunt hem beter vervangen door een staafdiagram, zoals in de grafiek hieronder. Je kunt de verschillende categorieën goed met elkaar te vergelijken. Er is ook ruimte voor de namen van de staven zodat geen legenda nodig is. Het is niet meer nodig verschillende kleuren voor de staven te gebruiken. Je kunt ze allemaal dezelfde kleur geven. Zo voorkom je problemen met het onderscheiden van verschillende kleuren.

Grafieken zijn een goed grafisch hulpmiddel om de boodschap in de gegevens zichtbaar te maken. Maar pas altijd op. Er kunnen altijd (bewust of onbewust) fouten in grafieken zitten.
Reacties
Reacties zijn gesloten.
Je hebt opnieuw groot gelijk Jelke. Alleen jammer van de onnodig suggestieve opening “Er zijn onderzoekers die vermoeden dat soms …”. Je kunt gerust voor jezelf spreken.
Overigens, ik zou de staafdiagram precies andersom gesorteerd hebben. Ik heb altijd geleerd om de grootste staaf onder te leggen. Dat geeft meer visuele rust (stabiliteit). Nu lijkt de grafiek te gaan kantelen. Ik zal eens kijken of ik hiervoor een referentie kan vinden.
Ik ben het eens met de sugestieve aard van de twee keuzes, waarin de cirkeldiagram verschilt van een standaard cirkeldiagram. Als de maker die heeft gemaakt om het op te fraaien, dan was dat niet verstandig.
Wel geef ik de voorkeur aan een cirkeldiagram bij percentages die optellen tot 100 i.p.v. de losse balken, die je voorstelde. Een lange balk zou in mijn ogen wel weer kunnen. De losse balken zijn niet nodig omdat je geen beeld hoeft te hebben van de absolute aantallen, het gaat hier om een vergelijking. Visueel vind ik dan een cirkel makkelijker (dat is een persoonlijke mening, die komt uit het feit dat ik breuken op de lagere school vooral geleerd kreeg met cirkels)