De Duitse peilers deden het best wel goed

Op zondag 26 september waren er verkiezingen voor de Duitse Bondsdag. Daaraan ging een spannende verkiezingscampagne vooraf. Immers, Kanselier Angela Merkel van de CDU nam na 16 jaar en vier kabinetten afscheid. Het was niet duidelijke welke van de drie partijen CDU/CSU, SPD en Die Grünen de grootste zou worden. Tijdens de campagne was het in de peilingen voortdurend stuivertje wisselen tussen deze drie partijen. Was het onder deze omstandigheden wel mogelijk voor de peilers om goede prognoses ta maken. We werpen een blik op de cijfers.

Tot februari 2021 waren de prognoses vrij stabiel. De CDU/CSU was de grootste partij met ongeveer 36% van de stemmen, Die Grünen waren de tweede partij met ongeveer 19% van de stemmen en de SPD kwam op de derde plaats met ongeveer 15%. Daarna veranderde de situatie:

  • De aanhang voor de CDU/CSU begon af te nemen. In september 2021 gaf nog maar 19% aan op deze partijcombinatie te zullen stemmen. Dat was een daling van 15 procentpunten.
  • Die Grünen stegen even naar 25% en waren daarmee korte tijd de grootste partij. In september 2021 was deze partij weer terug gezakt naar 17%.
  • De aanhang voor de SPD steeg sterk in september 2021 tot 25%. Daarmee was de SPD de grootste partij.

Hoe goed deden de peilers het? Om hier iets over te kunnen zeggen, zijn de prognoses in de laatste week voor de verkiezingen vergeleken met de werkelijke uitslag. De gegevens van de negen peilers staan in de tabel hieronder. De gegevens zijn afkomstig van de website Opinion polling for the 2021 German federal election.

Er is een breed scala aan methoden voor gegevensverzameling gebruikt. Eén peiler (Allensbach) deed het face-to-face. Dit mondeling enquêteren is een goede, maar dure, methode van dataverzameling. Een blik op de cijfers leert echter dat de prognoses van Allensbach niet duidelijk beter zijn als de prognoses van de andere peilers.

Drie peilers (Kantar, Forsa en Forschungsgruppe Wahlen) hanteren telefonisch enquêteren. In Nederland doen we dat niet meer. De hoge non-respons in dit soort peilingen leidt tot te grote vertekeningen. Drie peilers (YouGov, Civey en Wahlkreisprognose) gebruiken online peilingen. En twee peilers (INSA en Ipsos) doen het met een combinatie van telefonisch en online enquêteren. De verschillen in dataverzameling leiden niet tot grote verschillen in de prognoses.

In de meeste gevallen ligt de omvang van de steekproef tussen de 1.000 en 2.000 personen. Eén peiler wijkt af. Dat is Civey met een hele grote steekproef van ruim 10.000 personen. Die grote steekproef leidt echter niet tot nauwkeuriger prognoses. Diverse Duitse methodologen hebben kritiek op de opzet van de peiling van Civey. Die zou teveel zijn gebaseerd op zelfselectie van respondenten.

In de eerste twee grafieken hieronder staan de prognoses van de peilers voor de CDU/CSU en de SPD. De grote blauwe stippen geven de prognose van de peilers weer. De horizontale blauwe lijnstukken duiden de onzekerheidsmarges aan. Daarbij is verondersteld dat alle steekproeven echte aselecte steekproeven zijn. De verticale rode lijn stelt de werkelijke verkiezingsuitslag voor. Kruist een horizontale blauwe lijn (de steekproefmarge) een verticale rode lijn (de werkelijke uitslag), dan is er geen significant verschil tussen prognose en uitslag. We kunnen dan spreken van een goede prognose.

De prestaties van de peilers voor de CDU/CSU waren niet zo goed. Vijf van de negen peilers zaten er significant naast, al zijn de verschillen niet groot. Drie peilers deden het goed: Allensbach, Forschungsgruppe Wahlen en Wahlkreisprognose.

De prognoses voor de SDP waren allemaal goed. De werkelijke verkiezingsuitslag lag voor alle negen peilers binnen de onzekerheidsmarges. Alle prognoses lagen dicht bij de werkelijke verkiezingsuitslag.

In de twee grafieken hieronder staan de prognoses voor de AfD en de FDP. De werkelijke uitslag van beide partijen lag in de buurt van de 10%. De uitslag voor de AfD was 10,3% en die van de FDP was 11,5%.

Acht van de negen peilers hebben goede prognoses voor de AfD. De werkelijke uitslag ligt immers binnen hun onzekerheidsmarges. Alleen de prognose van YouGov is significant te hoog, al is de afwijking maar klein. Voor de FDP doen de peilers het nog beter. Alle prognoses liggen binnen de onzekerheidsmarges. Ze waren dus allemaal goed.

De derde tweetal grafieken hieronder toon de prognoses voor Die Linke en Die Grünen. Tijdens de campagne waren Die Grünen even de grootste partij. Uiteindelijk zakten ze (onlangs een grote winst) toch wat terug en werden de derde partij.

De prognoses voor Die Linke waren niet zo goed. Bij zes van de negen peilers vielen die prognoses significant te hoog uit. Er lijkt sprake van een systematisch effect. Alsof stemmers op het laatste moment (na de peilingen) toch nog kozen voor deze partij.

De prognoses voor Die Grünen zijn redelijk goed. Bij zes van de negen peilers ligt de werkelijke uitslag binnen de marges. Alleen Civey en en Forsa hadden een significante afwijking. Het is opvallend dat de zeer grote steekproefomvang van de peiling van Civey niet heeft geholpen om een significante afwijking te voorkomen.

Al met al kunnen we concluderen dat de Duitse peilers het best goed hebben gedaan. Heel vaak lag de werkelijke uitslag binnen de onzekerheidsmarges van de prognoses. En waar de prognoses significant afweken, waren die afwijkingen niet groot.