Een niet zo heel slecht cirkeldiagram

Experts op het terrein van grafieken adviseren vaak om geen cirkeldiagrammen te gebruiken, maar de voorkeur te geven aan staafdiagrammen. Cirkeldiagrammen zien er weliswaar zo op het oog leuk uit, maar het is lang niet altijd eenvoudig om de juiste boodschap in de cijfers te zien. In het Leidsch Dagblad van 30 oktober 2021 stond een cirkeldiagram dat niet heel slecht was, maar toch wel enige tekortkomingen had.

De krant bevatte een artikel over het verzet tegen pensioenkortingen, en vooral over kortingen bij de deelnemers aan het pensioenfonds Agrarische en Voedselvoorzieningshandel (AVH). Per 1 januari van dit jaar is het AVH onderdeel geworden van het bedrijfspensioenfonds Agrarische Bedrijven (PGB). In bovenstaand cirkeldiagram is gepoogd te laten zien hoe groot het aandeel is van AVH in PGB.

Het cirkeldiagram brengt de verschillende aangesloten sectoren bij het pensioenfonds PGB in beeld. Dat zijn er 17. Dit grote aantal sectoren maakt het best wel lastig om de grafiek goed te interpreteren. Een goed punt is dat de namen van de sectoren en de bijbehorende percentages vlak naast de sectoren staan. Gelukkig is geen gebruik gemaakt van een legenda. Een legenda bevordert de leesbaarheid niet.

In een cirkeldiagram moet je verschillende sectoren verschillende kleuren geven. Dat is nodig om ze van elkaar te kunnen onderscheiden. Dat valt niet mee met 17 sectoren. De kleuren moeten ook allemaal even fel zijn, zodat geen enkele categorie meer opvalt. Dit is niet helemaal gelukt in het cirkeldiagram van de pensioenfondsen.

In welke volgorde zet je de sectoren in de cirkel? Vaak worden de sectoren geordend in afnemende grootte. Dat is hier ook gebeurd. Daarmee is het eenvoudiger om de sectoren onderling te vergelijken.

Het is ook een goede gewoonte om bovenaan te beginnen met het vullen van de cirkel. Om ’12 uur’ dus. Daarna volgende de andere sectoren met de wijzers van de klok mee. Dat is hier niet gebeurd. Het is eigenlijk helemaal niet duidelijk hoe men te werk is gegaan met het vullen.

Een laatste punt van aandacht is nog het zetten van de percentages in de sectoren. Dat is hier gelukt ondanks het grote aantal sectoren. Probleem is alleen dat het niet duidelijk is wat die percentages precies voorstellen. Gaat het om het percentage deelnemers per sector? Of is het misschien het aandeel in het totale vermogen van PGB?

Het cirkeldiagram van het Leidsch Dagblad is niet heel slecht, maar heeft toch een aantal tekortkomingen. Daarom is het beter een staafdiagram te gebruiken. Een voorbeeld van een dergelijk staafdiagram staat hieronder.

Bij een staafdiagram heb je geen problemen met het kiezen van kleuren. Je kunt alle staven dezelfde kleur geven. Het is gebruikelijk om de staven van elkaar te scheiden door wat tussenruimte.

De staven zijn hier horizontaal getekend. Je kunt ze eventueel ook verticaal tekenen, maar dan heb je minder ruimte voor de teksten.

De staven zijn geordend van groot naar klein. Zo kun je eenvoudige de kleinste en de grootste staaf terugvinden.

De percentages op de horizontale as zijn voorzien van een verklarende tekst. Er is verondersteld dat het bij de percentages gaat om percentages deelnemers.

Het cirkeldiagram ziet er wat vrolijke uit (met al die kleuren) dan het staafdiagram. Het staafdiagram is misschien wel wat saaier. Het staafdiagram is echter wat makkelijker leesbaar dan het cirkeldiagram. Daarom zou het staafdiagram de voorkeur moeten krijgen.