Een foute thematische kaart over de defensie-uitgaven
In een discussie over de defensie-uitgaven van verschillende landen en regio’s in de wereld kwam Guy Verhofstadt, Belgische lid van het Europese Parlement, op 12 februari 2024 op de proppen met de grafiek in figuur 1. Met deze grafiek wilde hij laten zien dat Europa vier keer zoveel uitgeeft aan defensie als Rusland.
De is grafiek is oorspronkelijk afkomstig van SIPRI. Dat is een onafhankelijk internationaal instituut dat onderzoek doet naar conflicten, bewapening, wapenbeheersing en ontwapening. SIPRI is een professioneel instituut. Je verwacht daarom ook professionele grafieken. Helaas kun je dat niet zeggen van de grafiek in figuur 1.
SIPRI-grafiek is in feite een thematische kaart: een geografisch gebied (de wereld) is verdeeld in deelgebieden (landen of regio’s). In elk deelgebied wordt de waarde van de variabele gezet (uitgaven aan defensie). Verder is een poging gedaan de waarde van de variabele door middel van een symbool van een bepaalde omvang weer te geven. Dat is hier een cirkel. Helaas gaat het mis in de grafiek.
De uitgaven aan defensie zijn $ 778 voor de USA en $ 62 voor Rusland. De uitgaven van de USA zijn dus een factor 778 / 62 = 12,5 groter dan die van Rusland. Dan zou de cirkel voor de USA ook 12,5 keer groter moeten zijn die voor Rusland. Maar dat is helemaal niet het geval. De oppervlakte van de USA-cirkel is slechts een factor 6,3 groter dan de oppervlakte van de Russische cirkel.
En als je Europa vergelijkt met Rusland, dan is het bedrag van Europa misschien wel ongeveer vier keer zo groot als dat van Rusland (zoals Guy Verhofstadt zegt), maar dat geldt niet voor de oppervlaktes van de cirkels. Daar zit een factor van slechts 2,8 tussen.
We kunnen de conclusie trekken dat de cirkels een verkeerd beeld oproepen van de verschillen tussen defensie-uitgaven. Je wordt daardoor op het verkeerde been gezet. Deze problemen zijn ontstaan door een verkeerd gebruik van de thematische kaart. Je zou het probleem kunnen oplossen door een nieuwe grafiek te maken waarin de oppervlaktes van de cirkels wel kloppen. Maar misschien nog wel beter is het om de thematische kaart te vervangen door een simpel staafdiagram. Dat is gebeurd in figuur 2.
Het staafdiagram heeft horizontale staven. Dat levert meer ruimte op voor de namen van de verschillende deelgebieden. De staven zijn ook nog geordend in oplopende volgorde, Dat maakt het eenvoudiger om vast te stellen welk landen/regio’s de meeste en de minste uitgaven doen. Al met al is het staafdiagram leesbaarder dan de thematische kaart.