Waarom toch steeds weer een cirkeldiagram?
Cirkeldiagrammen zijn populair. Overal kom je ze tegen. En waarom ook niet? Met al die vrolijke kleuren lijkt het een aantrekkelijke manier om statistische gegevens weer te geven. Daarbij lijkt vaak over het hoofd te worden gezien dat de grafiek de boodschap in de gegevens ook eenvoudig en correct moet overbrengen. Vaak is een staafdiagram hiervoor beter geschikt. Een mooi voorbeeld van een slecht cirkeldiagram was onlangs terug te vinden in een publicatie van Eurostat, het statistische bureau van de Europese Unie. Deze slechte grafiek werd ook gesignaleerd door de Leidsche hoogleraar wetenschapscommunicatie Ionica Smeets op haar Mastodon-account. De grafiek is gereproduceerd in figuur 1.
De grafiek maakt deel uit van een ‘dashboard’ van Eurostat met allerlei statistische informatie over de productie van kippeneieren in de EU. De cijfers en grafieken hebben betrekking op het jaar 2024. Het gaat om de productie in Frankrijk (FR), Duitsland (DE), Spanje (ES), Italië (IT), Polen (PL), Nederland (NL) en andere landen (Others).
Het grootste probleem van dit cirkeldiagram is dat het een driedimensionaal perspectief heeft. Daardoor is het beeld van de grafiek vervormd. De taartpunten aan de voorkant (PL, IT, ES) lijken groter omdat de dikte (hoogte) van de taart ook is getekend. Voor taartpunten aan de achterkant (Others, FR, DE) is dit juist niet het geval. De taartpunten zijn in horizontale zin uitgerekt en in verticale zin ingedrukt. Het is lastig om vervormde taartpunten met elkaar te vergelijken. Vanwege deze problemen raden deskundigen aan om het gebruik van een cirkeldiagram met een driedimensionaal perspectief te vermijden. Dit type grafiek voegt niets toe aan de boodschap in de grafiek.
Je kunt het aanzien van het cirkeldiagram in figuur 1 verbeteren door het driedimensionale perspectief te verwijderen. Je maakt er dus een simpele tweedimensionale grafiek van. Het resultaat is te zien in figuur 2. De grafiek ziet er nu beter uit, maar hij heeft nog steeds problemen.
Over het gebruik van kleur valt nog wel wat te zeggen. Als de verschillende categorieën een oplopende of aflopende reeks vormen, dan gebruik je tinten van dezelfde kleur. Is er geen sprake van een oplopende of aflopende reeks, dan moet je verschillende kleuren gebruiken (met dezelfde intensiteit). Dus voor de grafiek in figuur 2 had je verschillende kleuren moeten gebruiken.
De grafiek van Eurostat is verdeeld in zeven sectoren. Die sectoren corresponderen met verschillende tinten bruin. De toepassing van die tinten is hier inderdaad nogal onlogisch. Er zit geen logische volgorde in de landen. De verschillende landen duidden een kwalitatieve variabele aan. Daarom is het niet logisch die tinten langzamerhand steeds lichter (of donkerder) te laten worden. Dan suggereer je een volgorde die er niet is. In figuur 3 is het probleem van de kleuren opgelost. Je gebruikt geen tinten van dezelfde kleur meer, maar verschillende contrasterende kleuren. Zorg ervoor dat alle gebruikte kleuren even fel zijn. Het mag niet zo zijn dat een bepaalde sector eruit springt (en daardoor meer de aandacht trekt) omdat hij feller is.
Als je een cirkeldiagram maakt, dan moet je een punt kiezen waarop je begint met het vullen van de sectoren in de cirkel. De vuistregel is om te beginnen op ’12 uur’ (waarbij je de cirkel als een klok ziet). En dan vul je de cirkel verder met de wijzers van de klok mee. Dat is gebeurd in de grafieken in figuren 2 en 3: het cirkeldiagram begint bovenaan met Frankrijk. Bij de oorspronkelijke grafiek is het niet duidelijk waar hij begint.
Het cirkeldiagram heeft dus verschillende tekortkomingen. Gelukkig is er een goed alternatief voor het cirkeldiagram en dat is het staafdiagram. Het staafdiagram in figuur 4 toont dezelfde informatie als het cirkeldiagram van Eurostat. Er is gekozen voor een staafdiagram met horizontale staven. Dat biedt meer mogelijkheden om teksten in de grafiek op te nemen. Dat leidt tot een beter leesbare grafiek. De namen van de verschillende categorieën (en de bijbehorende waarden) zijn goed leesbaar.
Om het interpreteren van de grafiek toch zo eenvoudig mogelijk te houden, is er ook voor gekozen om de staven te ordenen in oplopende volgorde. Dat betekent dat je eenvoudig de productie van de verschillende landen met elkaar kunt vergelijken. En je ziet bijvoorbeeld meteen dat in Nederland de productie het kleinst is en in Frankrijk het grootst.
Het cirkeldiagram is onverminderd populair. Dat is jammer, want dit type grafiek heeft allerlei onvolkomenheden. Het is toch wel teleurstellend dat een grote professionele organisatie als Eurostat regelmatig cirkeldiagrammen gebruikt. En dat terwijl er toch een goed alternatief beschikbaar is in de vorm van een staafdiagram.